Israël, jeugdvriendin (geb. Gretha Dotsch)
Van 1950 tot 1955 hebben Marianne en ik naast elkaar in de schoolbanken van de Joodse hbs in de Voormalige Stadstimmertuin gezeten.
Toen ik in september naar de eerste klas kwam, kende ik daar niemand van de leerlingen. Marianne nodigde mij uit om naast haar op de achterste bank van de middelste rij te komen zitten. Ik nam dat aanbod met blijdschap aan. Die plaats bleek naderhand heel strategisch te zijn. Vanaf de eerste dag voelden we allebei het contact met de andere achttien tot twintig leerlingen. Toch zijn we beiden in die vijf jaar niet met andere klasgenoten ‘boezemvrienden’ geworden.
Marianne werd al snel mijn toeverlaat in die nieuwe wereld. Dankzij haar kreeg ik voldoendes voor de talen (Frans, Duits en Engels). Onze proefwerken maakten we namelijk samen. We woonden nogal ver van elkaar, en leefden thuis in volkomen andere werelden. Zij had – o, luxe in onze ogen – zowel een vader als een moeder. Ik was de middelste van nog twee zussen, en had alleen een moeder.
We spraken allebei heel weinig over ons ouderlijk huis. Het was haar vader die ons een enkele keer tussen de middag meenam om een ijsje te eten, of ’s winters een kom erwtensoep. Bij mij thuis was er geen geld voor extraatjes. Ik keek altijd verlangend uit naar zulke uitstapjes. Jammer genoeg sloeg zij mijn uitnodiging af om in de grote vakantie (van de derde naar de vierde klas) een week lang op de fiets langs de jeugdherbergen in Nederland te trekken. Achteraf denk ik dat daar twee redenen voor waren: kasjroet en ouders. Zij gaf aan dat een fietstocht niets voor haar was.
We kwamen niet vaak bij elkaar thuis. Misschien kwam het doordat we ons beiden in het ouderlijk huis van de ander niet erg op ons gemak voelden. Op school lag dat heel anders. We waren beiden middelmatige tot goede leerlingen, ijverig, en een stabiel onderdeel van een rumoerige, onrustige klas. Vaak werd door een of andere leraar gezegd: ‘Waarom kunnen jullie niet zo serieus zijn als de leerlingen uit de klas boven jullie? Waarom lijkt het bij jullie een gekkenhuis?’ Het resultaat was dat alle achttien leerlingen uit onze klas voor het eindexamen slaagden! Misschien herinnert ‘men’ zich nog wel dat bij het mededelen van de uitslag de examinatoren en leraren op de hele klas moesten wachten. Wij hadden namelijk gedacht dat de beslissing – wel of niet geslaagd – lang zou duren. Dus besloten wij gezamenlijk naar de bioscoop te gaan. We zagen Gone With the Wind, die film duurde ruim drie uur…
Foto: Joodse hbs / Maimonides: Joods Cultureel Kwartier