Joodse Jeugdfederatie (JJF)
In het Utrechtse Hotel De L’Europe werd op 21 december 1919 door Abel Herzberg en David Cohen de Nederlandse Federatie van Joodse Jeugdorganisaties opgericht. Herzberg functioneerde als secretaris en Cohen als voorzitter. Al snel werd de federatie de Joodse Jeugdfederatie (JJF) genoemd. De federatie was zeer actief. De beweging had een zionistische ideologie. De JJF steunde een Joods thuis in Mandaatgebied Palestina. De federatie organiseerde jaarlijkse zomerkampen en er werden cursussen Hebreeuws en Joodse geschiedenis gegeven. Hierdoor kwam er meer enthousiasme voor zionisme onder de Joodse jeugd. Voor de Nederlandse Zionistenbond (NZB) was de JJF van groot belang, doordat de Joodse jeugd werd aangespoord om actief zionist te worden.
De eerste naoorlogse bijeenkomst van een groep zionistische jongeren vond al plaats in Amsterdam op 12 mei 1945. Een week na de bevrijding. Er werd een voorlopige leiding gekozen waarvan Fre Spitz deel uit maakte. Op de tweede bijeenkomst op 19 mei 1945 ter gelegenheid van Sjavoeot, sprak Hartog Jacobs, die later directeur werd van de Joodse hbs, over het feest. Spitz zou later ook een brochure De Joodse jeugd op weg schrijven onder het pseudoniem Ben Jaakov Eliejahoe. Deze brochure is uitgegeven door de Joodse Jeugdfederatie.
In de naoorlogse hoedanigheid van de JJF waren er verschillende afdelingen. De belangrijkste daarvan was Sjear Jasjoew in Amsterdam. In de hoofdstad woonde inmiddels meer dan de helft van de Joden in Nederland. In de eerste jaren na de oorlog was er nog geen scheiding tussen religieuze en niet-religieuze zionistische jongeren van de middelbareschoolleeftijd.
In sommige plaatsen behield de JJF-afdeling de vooroorlogse naam, zoals Naaroet Jisraël in Zwolle. Deze zionistische jeugdbeweging was in 1919 opgericht.
Daarna vond een hergroepering plaats. De religieuze zionisten splitsten zich in 1948 van Sjear Jasjoew af. Ze richtten Bne Akiwa Nederland op.
Vervolgens zochten ook de in Sjear Jasjoew gebleven niet-religieuze jongeren internationaal contact. Ze sloten zich aan bij Haboniem (de Bouwers). Deze jeugdorganisatie maakte deel uit van de Israëlische Arbeiderspartij. Dit betekende het einde van Sjear Jasjoew. De JJF hield nog enkele jaren landdagen maar ook deze activiteit werd gestaakt.
Bron: Manfred Gerstenfeld & Wendy Cohen-Wierda, Veerkracht. De (her)oprichting van de Joodse jeugdbewegingen in Nederland 1945-1965, Amsterdam, 2019, p. 24-25.