Sjear Jasjoew
In de naoorlogse hoedanigheid van de JJF waren er verschillende afdelingen. De belangrijkste daarvan was Sjear Jasjoew (Een rest keert terug) in Amsterdam. In de hoofdstad woonde inmiddels meer dan de helft van de Joden in Nederland. In de eerste jaren na de oorlog was er nog geen scheiding tussen religieuze en niet-religieuze zionistische jongeren van de middelbareschoolleeftijd.
Daarna vond een hergroepering plaats. De religieuze zionisten splitsten zich in 1948 van Sjear Jasjoew af. Ze richtten Bne Akiwa Nederland op. Daarna zochten ook de in Sjear Jasjoew gebleven niet-religieuze jongeren internationaal contact. Ze sloten zich aan bij Haboniem (de Bouwers). Deze jeugdorganisatie maakte deel uit van de Israëlische Arbeiderspartij. Dit betekende het einde van Sjear Jasjoew.
De JJF hield nog enkele jaren landdagen maar ook deze activiteit werd gestaakt.
Shimon Shalish: ‘Kort na de oorlog was er een bijeenkomst van de nieuwe jeugdvereniging Sjear Jasjoew. Die kwam bijeen in de toenmalige Joodse Invalide op het Weesperplein. Ik zat al snel in het bestuur van de vereniging.
In Amsterdam heb ik contact gezocht met Joodse vrienden die de oorlog overleefd hadden. De eerste keer dat Rini Soep, die later mijn vrouw zou worden, en ik elkaar na de oorlog weer spraken was in de Joodse Invalide bij Sjear Jasjoew. Zij was teruggekomen uit Bergen-Belsen met haar moeder en zuster. Haar vader is daar gestorven.
Sjear Jasjoew hield ook sjoeldiensten. Waar vroeger in het bijlokaal van de Lekstraat de jeugdsjoel was gevestigd, werden nu de sjoeldiensten van Sjear Jasjoew gehouden. Toen ik nog religieus was heb ik daar ook af en toe als voorganger gefungeerd.
De Oneg Sjabbatbijeenkomsten van Sjear Jasjoew vonden elke Sjabbatmiddag plaats in het lokaal aan de Johannes Vermeerstraat 22. In later jaren was daar het Israëlische consulaat gevestigd.’
Bron: Manfred Gerstenfeld & Wendy Cohen-Wierda, Veerkracht. De (her)oprichting van de Joodse jeugdbewegingen in Nederland 1945-1965, Amsterdam, 2019, p. 24 en p. 157.